De roze zandsteen van Petra komt voort uit de opeenstapeling van zandlagen die in het Primair ontstaan waren. Daarop kwamen andere soorten zandsteen, samengesteld uit kiezel en keien, die op het beurt bedekt werden met kalksteen in het Secundair. De kloven van Petra ontstonden door tectonische bewegingen.

Klik op de foto hieronder voor meer foto's van Petra ...

klik hier en ontdek Petra met ons ...

Water, wind en het schurende zand deden de rest. Zo ontstonden valleien, diepe kloven, grotten… Door oxidatie kreeg de steen een buitengewoon uitgebreid kleuren-pallet, variërend van roze, bruin, violet, wijnrood, okergeel en wit tot blauw en zelfs zwart, terwijl de lucht erboven zich hult in een fel blauw.

De naam Petra is van semitische oorsprong en is de vertaling van het in de Bijbel geciteerde Hebreeuwse "Selaí" of rots. De Nabateëers zelf noemden hun stad Raqmu, "de bontgekleurde". De bouwers van Petra, de Nabateëers waren afkomstig van het Arabisch schiereiland. In de 6e eeuw v.C. raakten ze verzeild in dit rotsige dal in het Koninkrijk Edom dat zich uitstrekte tussen de Dode Zee en de Golf van Aqaba.

In de 4e eeuw v.C. werd Petra het centrum van de Nabateïsche cultuur. Petra werd terzelfdertijd hun necropool. In de rots werden meer dan achthonderd tombes uitgehakt, met gevels als die van tempels, bouwwerken met Griekse, Egyptische en Semitische invloeden. Devotie was hun voornaamste drijfveer. Dushara is mogelijk de belangrijkste god geweest, die later versmolt met Dionysus.

In de 2e eeuw v.C. was de stad al ruim 10 km² groot. Men fokte kamelen, geiten, schapen en paarden en verbouwde op terrassen wijn, olijven en graan.

De onmetelijke rijkdom van de Nabateëers was echter vooral het gevolg van hun monopolie op de handelswegen, waarover tussen Egypte, Arabië, India en China (zijderoute) onder andere wierook, mirre, specerijen, kruiden en ivoor werden vervoerd. De karavanen betaalden tol aan de Nabateëers, die hen beschermden tegen aanvallen van rovers en hun voorzagen van het broodnodige drinkwater. De Nabateëers leverden nog een andere, niet onaanzienlijke, bijdrage aan de geschiedenis : zij vonden het schrift uit dat aan de basis lag van het latere Arabische schrift. Lange tijd wisten zij met succes de troepen van Ptolemaeus en die van de Seleuciden van het lijf te houden, die hen hun rijkdommen benijdden. Op het hoogtepunt van hun macht, omstreeks het begin van onze tijdrekening, reikte hun rijk tot aan de poorten van Damascus. Het verval kwam met de verovering van het Nabatese Koninkrijk door de Romeinse Keizer Trajanus in het jaar 106 n.C. en de creatie van de Romeinse provincie Arabia.

Petra viel na een verwoestende aardbeving in 365 ten prooi aan de vergetelheid, ofschoon er naar verluidt nog enkele christelijke bisschoppen gezeteld zouden hebben en de kruisvaarders er twee forten bouwden. Lange tijd kenden enkel bedoeïenen de vergeten stad.

Pas in 1812 werd ze herontdekt door de Zwitserse Ludwig Burckhardt, die ook Aboe Simbel ontdekte. Hier wijkt de historische wijsheid af van de meer romantische versie van onze lokale gids : volgens de bedoeïenen-legende was het een vrouw die, op aanwijzing van bedoeïenen de stad herontdekte. Archeologische opgravingen gingen pas in 1929 van start en nog steeds is niet alles opgegraven. Mooie schetsen zijn de houtskooltekeningen van David Roberts van omstreeks 1839.